Om en nabij twee miljard euro kost het om de Spelen Rusland Landkaart in Sotsji 2014 op een aanvaardbare manier te beveiligen, of althans – dat is het bedrag dat het vaakst wordt genoemd. In de bergen boven Sotsji cirkelen de zware helikopters van de veiligheidsdienst – tevens verantwoordelijk voor de grensbewaking – FSB rond boven de valleien en toppen waar de Spelen worden georganiseerd. Iets verder in de bergen is een sluitend elektronisch gordijn aangelegd, waar geen levende ziel ongezien doorheen zou kunnen komen. Lokale activisten berichtten in 2012 dat wilde zwijnen het alarm deden aanslaan – blijkbaar is hun postuur te mensachtig voor het automatische alarmsysteem. De zwijnen zouden zijn afgeschoten, maar dit is slecht een van die vele nauwelijks verifieerbare berichten over de Spelen van Sotsji en de financiering en beveiliging daarvan. Enkele honderden kilometers verderop, aan de grens tussen Karatsjaj-Tsjerkessië en het onrustige, gewelddadige republiekje Kabardië-Balkarië Kabardië-Balkarië Rusland zou een tweede binnengrens worden opgetrokken. Achter die tweede grens is het de afgelopen jaren goed mis gegaan met de veiligheidssituatie en mensenrechten.
Het gevaar van een terroristische aanslag hangt sinds 2007 als een zwaard van Damocles boven de Spelen in Sotsji.
Het gevaar van een terroristische aanslag hangt sinds 2007 als een zwaard van Damocles boven de Spelen in Sotsji. Sommige van de vele aanslagen in de Noord-Kaukasus leken dan ook regelrechte oefeningen voor Sotsji. Zoals in februari 2011, toen gewapende militanten op de hellingen van de Elbroes, Europa’s hoogste berg, een busje met Russische skiërs doorzeefde waarbij vier skiërs werden gedood. Nog diezelfde dag wisten de militanten ook de skiliften op de berg te saboteren, door bommen aan de kabelkarretjes te verbinden en zo dertig karretjes naar beneden te halen.Of zoals in februari 2012, toen forse gevechten uitbraken tussen Russische en Tsjetsjeense leger- en politie-eenheden aan de ene kant en enkele cellen van de opstandelingen aan de andere kant. De gevechten vonden plaats in diepe sneeuw, waardoor in de berichtgeving hierover snel werd gespeculeerd over een oefening voor Sotsji.
Geen satanistische Spelen
In 2013 sprak het zelfverklaarde hoofd van de opstand tegen Rusland en de lokale pro-Russische regimes Dokkoe Oemarov namens zijn organisatie het Kaukasisch Emiraat zich uit over de Spelen in Sochi.
Dokkoe Oemarov “Wij, the moedjahedien moeten alles op alles zetten om deze Spelen te voorkomen.”
Hij riep alle islamitische strijders in de regio op niet toe te staan dat er ‘satanistische Spelen’ zouden plaatsvinden op de graven van de voorouders. Umarovs organisatie – die zichzelf als erfgenaam ziet van de onafhankelijke Tsjetsjeense regimes en van strijders als Sjamil Basajev – wordt verantwoordelijk geacht voor de metrobommen in Moskou 2010 en de bom op vliegveld Domodedovo in 2011. Daarnaast zijn cellen van deze organisatie verantwoordelijk voor de vele kleinere, lokale aanslagen op burgers, winkels, politici en andere doelen in de Noord-Kaukasus zelf. ‘wij, de moedjahedien moeten alles op alles zetten om deze Spelen te voorkomen,’ zei Oemarov.
Nog recenter is een uitspraak begin augustus 2013, waarin ene Salagoeddin, de leider van een tot voor kort onbekende groep militanten Russische en/of Kaukasische jihadstrijders in Syrië oproept om terug te komen van het Syrische front en de eigen jihad thuis te vechten, onder andere in Moskou en Sotsji.
Militair checkpoint in Dagestan. In Dagestan staan enkele dorpen en steden onder een vrijwel permanent KTO-regime, een contra-terroristisch regime – een soort noodtoestand. Dat betekent dat huizen, auto’s en personen altijd kunnen worden doorzocht door politie en veiligheidstroepen en personen altijd zonder aanhoudingsbevel kunnen worden opgesloten.
De Tsjetsjeense oorlogen verziekten de Kaukasus. Het geweld en anarchisme, het terrorisme en de corruptie hebben alle dromen van begin jaren '90, op herstel van de eigen tradities, op meer onafhankelijkheid en vrijheid, kapot gemaakt. En uit deze periode van chaos en strijd ontwikkelde zich een nieuw fenomeen, iets waarvan alle Russische en lokale machtsdragers niet genoeg kunnen benadrukken hoe wezensvreemd het is aan de Kaukasus, maar wat tegelijk de parallel met de Eerste Kaukasusoorlog weer zo levensgroot maakt: het islamitisch radicalisme. De eigen, traditionele islam had zich nog maar nauwelijks kunnen herstellen in de jaren na de atheïstische Sovjet-Unie, of zendelingen uit het Midden-Oosten en Afghanistan kwamen nieuwere, radicalere en meer orthodoxe stromingen brengen. Deze gedijen hier goed, net zoals eerder in de Eerste Kaukasusoorlog het muridisme van imam Sjamil en zijn navolgers hier een brede weerklank vond. Verbonden aan deze nieuwe radicale islam ontstaat in de Kaukasus een nieuwe beweging, voortkomend uit de internationale jihadisten en overgebleven, onafhankelijkheid nastrevende milities uit de Tsjetsjeense oorlogen. Officieel zijn de oorlogen in de Kaukasus afgelopen, maar de Tweede Kaukasusoorlog zet zich voort, in een voortgaande strijd om de woeste bergen te controleren.
De Tsjetsjeense oorlogen verziekten de Kaukasus.
Veel meer dan in de jaren '90 werd de Tweede Tsjetsjeense oorlog ook buiten de landsgrenzen gevoerd. In plaats van een nationale bevrijdingsoorlog als in de jaren '90 werd deze oorlog al snel een guerrillaoorlog, met meer ideologisch gedreven milities dan louter nationalistische. Het doel voor hen was ook een zelfstandig Tsjetsjenië, maar het liefst wel in de context van een islamitische staat in de Kaukasus, die zich dan weer kon aansluiten bij de radicaal-islamitische bewegingen elders op aarde, inclusief Al Qaida en de Taliban, waarmee contacten bestonden.
Onverschilligheid
Tussen Tsjerkessk en Naltsjik ligt Piatigorsk, aan de Transkaukasische snelweg M29 Transkaukasische snelweg M29 Noord-Kaukasus . Piatigorsk is de meest voorname stad in dit deel van Rusland. Wie er op aanrijdt wordt trots welkom geheten: Kuuroord van de Kaukasus staat op vlaggen en banieren. Hier hangen vele herinneringsplaquettes aan de muren van huizen waar de beroemde Kaukasusschrijvers Poesjkin, Lermontov en Tolstoj hebben gewoond of gelogeerd. Rondom de stad zijn vijf bergtoppen zichtbaar (Piatigorsk betekent letterlijk vijf bergen) die als voorbode van de Kaukasus omhoog steken. Maar in de hele Kaukasus is er geen stad die zo met de rug naar de Kaukasus staat als dit kuuroord. Geen van de Russen die hier rondloopt tussen de voorname, tsaristische sanatoria, de theaters, musea en restaurants is ooit in een van de zes échte Kaukasusrepublieken geweest. Ze kijken wel uit. Hier bestaat het voorland uit de grote Russische steden Krasnodar, Rostov aan de Don en natuurlijk het centrum van het Russische zonnestelsel: Moskou. Zíj zijn de Kaukasus en die bergvolkeren daarachter, daar wil je niets mee te maken hebben.
Die bergvolkeren, daar wil je niets mee te maken hebben.
De onverschilligheid, dat de rug toekeren, dat drijft de Kaukasische strijders tot woede. Uit die frustratie komen de meest gruwelijke aanslagen voort. In een video die door de gijzelnemers van het Dubrovka theater in 2002 gemaakt werd komt de volgende zinsnede voor: 'Russen zijn onwetend over de onschuldigen die doodgaan in Tsjetsjenië, de sjeiks, de vrouwen, de kinderen en zwakkeren. Daarom hebben we deze aanpak gekozen. Voor de vrijheid van het Tsjetsjeense volk maakt het niet uit waar wij sterven en daarom sterven wij hier in Moskou. En nemen we de levens van honderden zondaars mee. Onze nationalisten zijn gestorven, maar mensen noemen hen terroristen en criminelen. Maar Rusland, dat is de echte crimineel.' Sjamil Basajev noemt zichzelf in een interview een bandiet en terrorist, maar zo stelt hij de wedervraag, hoe zou je de Russen willen noemen? 'De Russen hebben 40.000 van onze kinderen gedood,' zegt hij. 'De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij het hele Russische volk, dat dit goedkeurde door stil te blijven.' Hij noemt de theatergijzeling 'een inkijkje in de charmes van de oorlog' voor de Moskovieten.
Sjamil Basajev “Rusland, dat is de echte crimineel.”
Daarom is het geweld sinds 2000 de grens overgestoken van de Noord-Kaukasus naar Rusland. Naar Moskou, Krasnodar en ook naar Piatigorsk. Vlakbij de stad ontploften de treinen naar Mineralni Vodi en Essentoekie en ook in de stad zelf is een aantal keer een bom ontploft. Maar buiten de verschrikkelijke opsomming van terreuraanslagen hierboven vinden verreweg de meeste terreuraanslagen binnen de grenzen van de Noord-Kaukasus plaats. Vele keren per maand ontploft in een van de republieken een bom of wordt een politiepost of overheidsgebouw wild beschoten; van het al jaren onrustige Dagestan in het oosten tot het rustiger, maar ook niet onberoerd gebleven Karatsjaj-Tsjerkessië.
Vlakbij de grens met Tsjetsjenië ligt het kleine, Ingoesjetische dorp Ordzjonikidzevskaja. Aan de hoofdstraat houden Beslan en zijn familie kantoor, in een familiebedrijf dat zich uitstrekt over autohandel, een autowasserij en een grote drankhandel. Maar die drankwinkel is er niet meer. Anderhalve dag voor we Beslan bezoeken is deze opgeblazen door islamitische terroristen. 'Ik zag het gebeuren,' zegt Beslan. 'We stonden even verderop in de straat te praten. Het was al avond, 21.47 uur.' Hij vertelt hoe twee mensen de winkel binnenkwamen, waar vier klanten en twee verkopers bezig waren met de drank. Ze waren gemaskerd en begonnen kogels door het plafond te schieten. 'De politie zegt dat het hooligans zijn, maar dat is zó Kaukasus,' lacht Beslan. Terwijl de mannen aan het schieten waren, plakten ze een bom aan de toonbank. Beslan heeft 12 camera's hangen rond zijn winkel, alles staat op film. De dag na de ontploffing kwamen vrachtwagens voorrijden, die in totaal elf keer heen en weer naar de vuilnisbelt reden. Nu zijn net de nieuwe bouwstenen geleverd. 'Dit is de vijfde keer in twee jaar dat onze winkel wordt opgeblazen,' zegt Beslan. 'Het voelt als routine.' Beslan vertelt dat ze permanent last hebben van de bojevieks, de bandieten, zoals de terroristen hier worden genoemd. 'Soms komen ze hierheen en eisen geld. Maar wij willen niets geven. 'Wij betalen belasting,' zeggen we dan. 'We hebben alle documenten om te bewijzen dat we hier legaal zitten en legaal handel bedrijven. We vertelden het zo openbaar mogelijk, zodat iedereen onze positie kent. Dit is een klein stadje, nieuws is snel verspreid. ' 'De terroristen hebben overal spionnen,' zegt Beslan. 'Dat kunnen kindjes zijn, en zelfs bejaarde opa's. Iedereen in de familie is loyaal aan de zoon, broer of neef, ook al zijn ze het niet met hem eens. De terroristen zijn tegen drankwinkels, want ze zijn voor het islamitische sjariaat,' zegt Beslan. 'Maar vooral zijn het arme jongens die het bos ingaan en daar de kans krijgen goed geld te maken. Wij zijn kwetsbaar en dat weten ze.' Beslan weet precies wie achter de aanslagen zitten. 'Een oude klasgenoot van mij heeft mijn schoonzoon beschoten. De broer van mijn klasgenoot was ook terrorist, maar die was eerder al omgekomen, toen een bom die hij in het postkantoor wilde plaatsen te vroeg ontplofte. Het zijn echt geen hooligans,' benadrukt Beslan nog een keer. 'Het zijn misleide idioten die te lui zijn om normaal werk te verrichten.'
Terreur in de Noord-Kaukasus
De in hoofdstuk IV genoemde gijzeling van School No. 1 in Beslan is van de lokale aanslagen het meest extreme voorbeeld. In Vladikavkaz ontploft zowel in 1999, 2008 als 2010 een bom op de centrale markt. In Kizlyar, Dagestan, brengen in 2010 twee zelfmoordterroristen zich tot ontploffing voor de kantoren van de politie en de FSB. In 2012 brengen een broer en een zus zich tot ontploffing bij een checkpoint voor de hoofdstad Machatsjkala, met vele doden tot gevolg. Het is maar een handjevol voorbeelden uit een ellenlange, onophoudelijke reeks terreuraanslagen. De oorlog, de zelfmoordacties en de bommen veroorzaken een vicieuze cirkel van geweld. In de nadagen van de oorlog in Tsjetsjenië ontstaat de merkwaardige dynamiek dat lokale leiders alleen maar successen melden. Wie alle persberichten en uitlatingen op een rij zet komt uit op de onmogelijke rekensom dat van de maximaal 25 tot 250 overgebleven strijders in de bergen die de politieke leiders altijd geringschattend noemen, er ondertussen al enkele duizenden zijn geliquideerd. De lokale overheden en Moskou lijken – of het nu voor de bühne is, voor het behoud van de Moskouse subsidies aan de regio of anderszins – de grootte en daarmee het gevaar van de opstand permanent te onderschatten.
Lokale verkiezingsrally ter ere van de Russische president Poetin, maart 2012. Tot in de wijde omgeving zijn straten afgezet met tanks en ander zwaar materieel. Lokale elitetroepen bewaken het evenement.
In de Kabardino-Balkaarse hoofdstad Naltsjik word je welkom geheten door een grote toegangspoort naar de stad: Voor altijd met Rusland. In het naburige Noord-Ossetië is een groot park ingericht om de eeuwige en voortdurende band met Rusland te bewijzen. In Ingoesjetië doet het monument ter nagedachtenis aan de repressie en deportatie alle mogelijke moeite om de positieve banden met Rusland aan te tonen. In Tsjetsjenië staat voor bijna elke stad en elk dorp een triomfboog met de Tsjetsjeense en Russische president erop geportretteerd. En ook in Dagestan kan het hoofd van de Russische president niet vaak genoeg getoond worden.